Dit artikel verscheen op 4 oktober 2020 in de Volkskrant, en is van de hand van Michael Blok en Vicky van der Togt.
Het wordt hoog tijd dat het kabinet de gezondheidsschade van Covid erkent
Het officiële hoofddoel van het Nederlandse Coronabeleid is het voorkomen van overbelasting van de gezondheidszorg. Een nobel doel, want we zagen in de lente (en zien nu opnieuw) dat het virus flink afgeremd moet worden om chaos in de ziekenhuizen tegen te gaan. Maar met de sterke focus op de ziekenhuizen lopen we het risico dat bredere gezondheidsschade van de epidemie buiten beeld blijft. Gezondheidsschade die in andere landen al erkend wordt.
In de Nederlandse gezondheidszorg bestaat een sterke focus op levenskwaliteit en kosteneffectiviteit. Daarbij wordt meer dan in andere landen in overleg met zwaar zieke mensen afgesproken een gang naar het ziekenhuis over te slaan. Dat is vaak heel verstandig en menselijk, maar het leidt er wel toe dat sterfte buiten ziekenhuizen minder zichtbaar is. Dit blijkt ook uit het grote gat tussen het aantal officiële Nederlandse Covid-doden (ongeveer 7.000) en schattingen op basis van CBS-overlijdensstatistieken (misschien wel het dubbele).
Maar Nederland erkent ook de chronische nasleep van Covid-19 (“Long Covid”) onvoldoende. Patiënten en artsen rapporteren regelmatig schade aan uithoudingsvermogen, longen, hersenen, hart en andere organen na een corona-infectie. Een bekend beeld is van een gezond persoon die na kort ziek te zijn geweest nog maanden last heeft van kortademigheid, onregelmatige hartslag en concentratiestoornissen. Verontrustende berichten wijzen er op dat de neurologische klachten niet weggaan, maar zelfs erger kunnen worden met de tijd.
Steeds meer slecht nieuws
In de afgelopen maanden komt veel nieuw onderzoek beschikbaar over dergelijke klachten, en het is eigenlijk alleen maar slecht nieuws. Misschien wel de helft van de mensen die klachten ondervonden van Covid-19 blijft langdurig beschadigd. Ook in Nederland klagen meerdere longartsen en cardiologen over grote toeloop uit Covid-hoek. Nu durven meerdere vooraanstaande wetenschappers zelfs een concrete schatting aan: het percentage van besmette mensen dat langdurig, of misschien permanent, beschadigd raakt kan tussen de 10% en 30% liggen.
Als het klopt dat een grote minderheid van de besmette mensen serieus en langdurig beschadigd raakt dan is iedere besmetting er één te veel. Ook OMT-lid Marion Koopmans heeft erkend dat we bij massale infectie potentieel afstevenen op honderdduizenden of miljoenen gehandicapten. “Laten circuleren is een dramatisch scenario”, zei ze zelfs. Mocht Covid-hartschade niet voorbijgaand zijn kunnen er ook nog veel mensen later sterven aan hartfalen. De gevolgen daarvan voor de getroffenen laten zich raden, maar ook de economie zal lange tijd in het rood komen als zoveel mensen niet meer kunnen werken.
Het kabinet en RIVM negeren deze problematiek op het oog volkomen. RIVM-directeur Jaap van Dissel noemt ziektegevallen die niet in het ziekenhuis zijn geweest consequent “mild”. Het kabinetsbeleid is gebaseerd op het beschermen van “kwetsbaren” (mensen met een relatief hoger Covid-sterfterisico), en beschouwt daarmee de rest van ons onterecht als “onkwetsbaren”.
Long Covid negeren doet de volksgezondheid tekort
Er is hier in tegenstelling tot veel andere landen nog geen erkenning voor Long Covid. Patiënten die nooit op Covid getest zijn rapporteren vaak problemen met de vergoeding en gaan dan zelf medicijnen en hulpmiddelen kopen. Helaas zijn er ook veel berichten dat huisartsen Long Covid afdoen als psychische klachten door massapsychose of stress. Zo ervaren mensen met klachten die vaak wel degelijk fysiek zijn ook nog gevoelens van afwijzing, wat hun mentale weerbaarheid juist niet verbetert.
De ontkenning van Long Covid heeft waarschijnlijk nog veel bredere gevolgen. Als het kabinet denkt dat minder dan 1% van de bevolking sterft bij massale infectie (wat waarschijnlijk klopt) maar het voor de rest geen schade aan de volksgezondheid ziet of wil erkennen, valt de afweging over hoe sterk we de pandemie moeten bestrijden al gauw verkeerd uit. Het is simpel gesteld moeilijk voor te stellen dat het kabinet de huidige hoge infectiegraad zou accepteren als het zich realiseert dat er een goede kans is dat we afstevenen op een duurzaam wankele economie door massale gezondheidsschade bij thuiszittende, mentaal afwezige en revaliderende mensen.
Als het gedrag van de overheid in deze pandemie blijft steken in de “het is pas waar als het in Nederland bewezen is”-modus loopt ons land dus grote risico’s. Niet alleen duurt het heel lang voordat iets medisch bewezen is, maar kabinet en RIVM zijn niet eens nieuwsgierig om er snel achter te komen hoe groot de gezondheidsschade is buiten ziekenhuizen. Het is daarom te hopen dat artsen en politici gauw de ogen openen over wat er buiten de landsgrenzen ontdekt is op het gebied van Long Covid. Dit opent dan perspectieven op zowel betere behandeling van Covid-patiënten als hardere bestrijding van de pandemie.