De situatie rondom het bron- en contactonderzoek (BCO) bij de GGD’en blijft onnavolgbaar. Al sinds het begin van de coronacrisis wordt er gesteggeld over de invulling, uitvoering en benodigde capaciteit voor het bron- en contactonderzoek. Wat is hier precies aan de hand? En wat is er nodig voor echt indambeleid?
Eind februari en begin maart probeerde Nederland met containmentbeleid het virus in te dammen. Vanwege een zeer strikte casusdefinitie (alleen mensen uit delen van Italië en China testen) werden echter veel besmettingen geïmporteerd. Deze konden zich snel onder de radar verspreiden. Carnaval was de besmettingskatalysator die de bom deed barsten. De GGD’en implodeerden en Nederland ruilde het (vooral met de mond beleden) containmentbeleid in voor mitigatie.
Geen telefoon, dus geen opschaling
Half maart volgde de intelligente lockdown. Een lockdown is vooral bedoeld om het aantal besmettingen rap te laten dalen en resources uit te breiden, waardoor je na de lockdown met onder meer bron- en contactonderzoek de boel weer onder controle kunt houden. Waar het virus oplaait kun je het met grondig BCO weer snel uittrappen.
Nu zou je denken: Sjaak de Gouw ging tijdens de lockdownop zoek naar extra personeel. Maar dat gebeurde niet. Het bleef stil bij de GGD’en. Vacatures bleven uit. Er werd intern wel beperkt opgeschaald en geschoven met personeel, maar extern werd niet geworven. Waarom? Simpel. Mitigatie. Dus bron- en contactonderzoek zoals bij indammen had geenprioriteit. De Gouw lichtte dat bij Nieuwsuur op 21 april toe. Hij wachtte op een telefoontje vanuit de politiek over een strategiewijziging, maar het bleef stil.
Uitgeholde GGD’en
Zie deze tweet van @coronawatchnl
De GGD’en begonnen de coronacrisis met circa 250FTE voor infectieziektenbestrijding. De gemiddelde GGD-regio telt ongeveer 600k mensen. Dat betekent dat er per GGD-regio in februari circa 9 mensen fulltime bezig waren met infectieziektenbestrijding. Voormalig directeur Laurent de Vries sprak over ‘een waakvlamniveau’. Voor indammen van het coronavirus is veel meer nodig. Serieuze indamlanden zoals Duitsland, Australië en Zuid-Korea beschikten in mei al over respectievelijk 25, 28 en 36 contactonderzoekers per 100.000 inwoners. Deze getallen betalen zich nu uit. Nederland heeft per hoofd van de bevolking (peildatum 12 augustus) zelfs 67 keer meer besmettingen dan Zuid-Korea.
Nederland beschikt op 12 (!) augustus nog altijd maar over 10FTE per 100.000 inwoners. Daarvan is ook nog eens 3.2FTE flexibele schil, de zogenaamde ‘huurlingen’ van het callcenter zoals Laurent de Vries ze bij Nieuws&Co noemde. Er wordt wel uitgebreid, maar dit zijn voornamelijk callcenterbanen waarvoor maar 11 euro bruto per uur wordt betaald. Terwijl bron- en contactonderzoek mensenwerk is waarbij een persoonlijke benadering, empathie, verbanden kunnen leggen (clusters opsporen) en doorvragen van cruciaal belang zijn. De vraag is of onderbetaalde callcentermedewerkers hiervoor geschikt zijn. Infectieziektenbestrijding is een vak. Een vak waarop jarenlang bezuinigd is, en daar plukken we nu de wrange vruchten van.
Opschalingsplan
En dan ‘last but not least’: het veelbesproken opschalingsplan. De GGD’en waren in april en mei druk aan het rekenen welke capaciteit nodig zou zijn na versoepeling van de lockdown-maatregelen. Daarbij werd gerekend met verschillende scenario’s van virusverspreiding. In het beste geval zouden we de zomer doorkabbelen met 600 contactonderzoeken per dag, maar het worst-case scenario sprak over 2400 onderzoeken per dag.
De GGD’en rekenden eerst met 15 uur per onderzoek. Daarover lichtte Jan Woldman op 30 april een tipje van de sluier op tijdens een briefing aan Tweede Kamerleden. In het uiteindelijke opschalingsplan van 15 mei werd echter opeens nog maar 5 uur ingecalculeerd. Dit tegen de richtlijn van de ECDC in die stelde dat er minimaal 12 uur nodig was voor een volledig BCO.
Waarom koos de GGD dan opeens voor 5 uur? Het lijkt er sterk op dat de GGD’en wilden laten zien dat hun toenmalige capaciteit van 750FTE afdoende was om de zomer door te komen. En dat kwam de Jonge c.s. goed uit, omdat het kabinet de versoepelingen per 1 juni koste wat het kost wilde doorzetten. Daarbij was het wel van cruciaal belang om te laten zien dat dit verantwoord was. De GGD’en waren zogezegd voorbereid, de lockdown kon worden afgebouwd. Toch had men beter kunnen weten. De Universiteit van Oxford zag Nederland –mede vanwege de haperende capaciteit voor BCO- als een van de minst veilige landen voor lockdown-versoepelingen in Europa.
Wat is er nu nodig?
Het belangrijkste is dat de verantwoordelijk minister onomwonden uitspreekt dat niet het sturen op zorgcapaciteit het doel is, maar het zo ver mogelijk indammen van het virus. Zet in op preventief beleid in plaats van reactief beleid. Ingrijpen als de ziekenhuizen en IC’s volstromen is te laat. Exponentiële groei van besmettingen zullen de GGD’en dan blijven overbelasten, met als gevolg jojo-lockdowns als de controle kwijt raakt.
We zien deze week wat er gebeurt als er gekozen blijft worden voor een mitigerend beleid waarin zorgcapaciteit leidend is. De toch al beperkte BCO-capaciteit wordt meteen weer overspoeld bij enkele honderden gevallen per dag. Landelijk gezien wordt in nog maar dertig procent van de gevallen BCO uitgevoerd. In Rotterdam en Amsterdam kleden de GGD’enhet BCO zelfs vrijwel volledig uit.
Willen we een constante overspoeling van het BCOvoorkomen, wijzig dan direct het beleid naar radicaal indammen en investeer in de GGD’en. Geef personeel een goede opleiding, bied minimaal een jaarcontract aan en zorg voor een goede honorering. Wees niet bang voor ‘duimendraaien’ bij afname van besmettingen. Zoals epidemioloog Arnold Bosman zei: ‘juist in rustiger tijden kun je je richten op kwalitatiever werk. Het slechtste dat je kunt doen is ze naar huis sturen. Want op moment dat je ze dan nodig hebt, zijn ze bijna altijd weer te laat’.
Als Duitsland het virus kan indammen met gedegen en volledig BCO, kunnen wij het toch ook? Wanneer beginnen we?